Future Force Conference 2013: ‘sense of urgency’

Deze week vind de Future Force Conference 2013 in Amsterdam plaats. Deze Conferentie is bedoeld om de nieuwe inrichting van de Koninklijke landmacht – de landcomponent van de Krijgsmacht – tegen het daglicht te houden. Positief ingesteld als ik ben, kan deze conferentie een “turning point” worden, want laten we eerlijk wezen –  de Landstrijdkrachten zijn volledig uitgemergeld!

Tandeloos = nutteloos!
De tanden zijn uit de muil van de tijger gevallen (niet geslagen door een vijand….) Laten we even kort het lijstje afgaan:

Capaciteit / wapensysteem Beschikbaarheid
Tanks (rechtbaanvuur bereik 3km) Geen capaciteit beschikbaar
PRTL / nabijheidsluchtverdediging Geen capaciteit beschikbaar
MLRS / long range strike Geen capaciteit beschikbaar
155 mm PH2000 Zware artillerie
  •   Met nadruk op zwaar, van de 60 systemen zijn   er nog slechts klein aantal in gebruik.
  •   Hoe de luchtmobiele en gemotoriseerde eenheden   te ondersteunen?
PRAT / Anti tank c.q. Long Range Guided Weapon UNDER ARMOUR (>2,5km)
  •   Niet beschikbaar;
  •   de Fennek MRAT zoals bekend voertuig verlaten,   en afvuren met een veel te kleine voorraad van slechts 1 vuurbuis en 10   reloads per 2 voertuigen.
120mm mortieren
  •   Zeer beperkt beschikbaar;
  •   níet meer organiek aan infanterie bataljons   maar ondergebracht binnen artillerie;
  •   Geen smart ammunition beschikbaar.
81mm mortier
  •   Redelijk beschikbaar;
  •   Geen smart ammunition beschikbaar.
Medium calibre wapens
  •   Alleen CV90 beperkt –minus  44 voertuigen;
  •   alleen de Gemechaniseerde infanterie;
  •   Luchtmobiel en gemotoriseerd geen capaciteit.

Volgens mij weet iedere Generaal, al dan niet in het bezit van een leunstoel, dat deze situatie onhoudbaar is. The time to change is NOW! Of aldus John Kotter :

Eight Steps to Transforming Your Organization

 1.Voelbaar, zichtbaar maken van de noodzaak (‘sense of urgency’: ‘gevoel van urgentie’)

 2.Instellen van een krachtige stuurgroep met voldoende middelen, om de noodzakelijke verandering te leiden

 3.Ontwikkelen van een richtinggevende visie annex strategieën om die visie te realiseren

 4.Communiceren van de nieuwe visie

 5.Stimuleren en mogelijk maken conform de nieuwe visie te handelen

 6.Zorgen voor zichtbare kortetermijnsuccessen

 7.Consolideren van verbeteringen en blijven doorvoeren van veranderingen

 8.Veranderingen verankeren in de bedrijfscultuur

En laten we wel wezen, als we bovenstaand overzicht bekijken en beseffen dat we 3 brigades overhouden met gemiddeld 2,33 manouvrebataljons (plus de twee nieuwe Marine Combat Groups (vreemde eenden….) zal het besef doordringen dat er een duidelijke ‘sense of urgency’  bestaat om te veranderen.  Laten we de oplossing voor alles(24/7 en natuurlijk gegarandeerd onder alle omstandigheden J )  – Airpower – toch even buiten beschouwing laten.

Laat onze dames en heren tijdens de conferentie toch alsjeblieft nadenken over het terugkrijgen van zo veel mogelijk gevechtskracht en escalatiedominantie. Oplossingen hoeven naar mijn mening helemaal niet duur te zijn…

Aan de hand van de nota ‘in het belang van Nederland’. Hier toch maar wat gedachtenspinsels…

Algemeen landcomponent

  • Wat zijn de operationele consequenties voor de inzetbaarheid van alle manoeuvrebataljons.
  • Waarom kiest men in deze opzet voor het hebben van 2 brigades met slechts 2 bataljons ipv één gemechaniseerde brigade met 4 bataljons?
  • Hebben Brigades met slechts 2 manoeuvrebataljons niet te weinig manoeuvre eenheden en daardoor een gebrek aan reservecapaciteit?
  • Kan men met 2 á 3 gespecialiseerde bataljons nog wel langdurigere commitment aangaan als het gaat om expeditionaire inzetbaarheid tbv vrede- en opbouwende missies voor de VN?
  • Hoe vangt met het gemis aan gevechtskracht op (geen tanks, weinig artillerie, geen Long-Range Guided Weapons..)
  • De Bushmasters en andere specifieke voertuigen worden nu door alle manoeuvrebataljons gebruikt tijdens humanitaire en vredesmissies (zoals Afghanistan) Hoe werkt dat als straks deze voertuigen vast worden ondergebracht bij de 13e brigade, terwijl de voertuigen eigenlijk op uitzending moeten, bijvoorbeeld met eenheden van de luchtmobiele brigade of de gemechaniseerde brigade? Beperkt dit de flexibiliteit van de landmacht (en korps mariniers) niet juist enorm?
  • Is het verstandig om de brigadehoofdkwartieren verantwoordelijk te laten zijn voor regionale militaire bijstand en de aansturing van de Natres bataljons?

Korps Mariniers –
Hoewel dit officieel geen onderdeel is van deze nota en kamerbrief is, is het toch relatief belangrijk gezien de consequenties voor de manoeuvrebataljons.

  • Wat is de positie van de mariniersbataljons in het kader van deze reorganisatie? Kan dit lostrekken van de mariniers uit de operationele inzet, zoals veelvuldig in Uruzgan gedemonstreerd is, in de nieuwe situatie ook gewoon?
  • Kunnen de mariniers deze verregaande specialisatie wel combineren met de blijvende operationele inzet?
  • Waarom juist deze reorganisatie (naar Marine Combat Units) waarmee de mariniers zich distantiëren van de landmacht eenheden. (andere inzetgebieden, andere structuur, andere wapens.
  • Zouden de mariniers juist niet moeten streven naar meer gelijkwaardigheid en zich moeten inpassen in het roulatieschema ipv zich er uit terug te trekken?
  • Hoe ziet men de ondersteuning door landmachteenheden voor zich als men de structuren van de Mariniers zodanig veranderd dat die volledig anders is dan landmachteenheden? (zelfs gebruik van standaard termen als bataljon, compagnie, peloton worden in de nieuwe organisatie niet meer gebruikt. )

43e gemechaniseerde brigade –
43 Mechbrig blijft onze gemechaniseerde capaciteit, geconcentreerd in Havelte. In de nabije toekomst wordt een pantserinfanteriecompagnie gelegerd in Amersfoort en omgevormd tot test- en experimenteereenheid. Een nog te bepalen Duitse brigade wordt partner, de inzetgebieden zijn vooral Europa, Azië en het Midden-Oosten.

  • Wat gaat men doen aan het opvangen van de gebreken, artillerie, het ontbreken aan tanks etc.
  • Wat is precies de bedoeling van de test- en experimenteereenheid van compagnies grote?
  • Wat is precies de bedoeling van het partnerschap met een Duitse brigade? Is het de bedoeling om de brigade op den duur te laten fuseren bijvoorbeeld?
  • Waarom juist deze specifieke inzetgebieden/specialisaties voor deze brigade?

13e gemotoriseerde brigade –
13 Mechbrig gaat helemaal over op wiel, met Bushmasters en MB 280 CDI als kern. De helft van de 88 vrijkomende CV90’s wordt verkocht, de andere helft komt beschikbaar voor opleidingsdoeleinden, verbetering van de inzetbaarheid en de logistieke reserve. België en Frankrijk zijn de belangrijkste partners en het primaire inzetgebied is Afrika. Hiermee krijgt de krijgsmacht een organieke medium capaciteit.

  • Wat betekend het gemotoriseerd maken van de 13e brigade voor de gevechtskracht van de CLAS?
  • Hoe gaat men deze brigade inrichten?
  • Hoe kan men de huidige lichte/medium gepantserde voertuigen verbeteren zodat deze voor de taak inzetbaar zijn?
  • Hoe kan men enige gevechtskracht genereren door het toevoegen van nieuwe bewapening. Welke wapens zouden dan prioriteit moeten krijgen?
  • Wat is het nut van deze eenheid als ze zelf niets kan en voor gevechtskracht volledig afhankelijk is van anderen (airpower).
  • Hoe denkt men dat de samenwerking met de Belgen en Fransen vorm zal krijgen? Nederland gebruikt momenteel geheel andere wapensystemen, geheel andere organisatiestructuren. De Fransen en Belgen gebruiken zwaar bewapende pantserwielvoertuigen met o.a. tankjagers (90 tot 120mm geschut), 30mm medium wapensystemen en vanuit het voertuig lanceerbare anti-tankwapens.
  • Zijn er plannen voor het (zwaarder) bewapenen en aanpassen van Fennek, Boxer, Bushmaster en MB voertuigen?
  • Tot voor kort was het uitgangspunt van de landmacht dat het vormen van deze gemotoriseerde capaciteit juist negatieve gevolgen had en hogere kosten zou opleveren. Men moet tenslotte wéér een nieuwe soort eenheid inrichtingen, bewapenen, trainen en operationeel ondersteunen wat weer consequenties heeft voor budgetten en personele bezetting. (een hele opleidingslijn extra vanwege andere systemen, doctrine etc.) Hoe kan men deze veranderde inzichten beargumenteren?
  • Waarom juist deze specifieke inzetgebieden/specialisaties voor deze brigade?

11e luchtmobiele brigade –

11 AMB blijft zoals het is, versterkt met een eigen BVE, zoals vermeld in de Nota op Prinsjesdag. De brigade wordt geïntegreerd in de Duitse Division Schnelle Kräfte en blijft wereldwijd inzetbaar. De brigade is hiermee onze lichte capaciteit, uniek in Air Assault optreden.

  • Wanneer is de luchtmobiele brigade werkelijk als luchtmobiele brigade ingezet? En onder welke omstandigheden acht men dat werkelijk realiseerbaar?
  • De meeste missies van deze brigade waren toch zeker gewoon gemotoriseerd met Bushmasters in Uruzgan?
  • In hoeverre is de term initial entry werkelijk toepasselijk op de luchtmobiele brigade?
  • Wat bedoeld men precies met het samenwerken tussen het derde luchtmobiele bataljon en het KCT? Past dit in de reorganisatie die het Korps Mariniers doorvoert waarbij de bataljons Special Operations Capable worden gemaakt?
  • Wat houd de toevoeging van een eigen Brigade Verkenningseskadron precies in? Wat worden de taken van dit eskadron? Welke systemen krijgt het tot haar beschikking?
  • Wat zijn de specifieke inzetgebieden/specialisaties voor deze brigade? (tot nu toe trainden de luchtmobiele infanterie ook in Noorwegen/Schotland onder arctische omstandigheden bijvoorbeeld…