Landstrijdkrachten

Inleiding
Het schrijven van een nieuw inhoudelijk blog heeft de afgelopen weken door vakantie daaropvolgende drukte en het uitkomen van de “defensienota” (want visie heb ik er niet in terugkunnen vinden….)  stilgelegen. Ik probeer daar nu weer een begin mee te maken.

Het laatste inhoudelijke blog ging over het Expeditionair Operationeel Commando (EOC), dat verantwoordelijk is voor de aansturing van operationele eenheden die door de krijgsmachtdelen bij dit EOC worden gedetacheerd. Voor de korte lijntjes zullen het operationele deel van de “Special Forces” ,verenigd in het Korps Commando Troepen (KCT) en een Permanent Gezamenlijk Hoofdkwartier (PGHK) onderdeel zijn van dit EOC.

Landstrijdkrachten zijn en blijven de kern waar militaire inzet feitelijk om draait. In tegenstelling tot de huidige focus op Airpower (ten koste van de rest) Is het in mijn beleving van fundamenteel belang dat de landstrijdkrachten op niveau blijven. Het defensieplan Dutchforce21 kiest er dan ook voor om te investeren in capaciteiten – Defensiebreed. Het simpelweg hebben van eenheden op het land is niet genoeg. Men gaat er voor het gemak van uit dat die eenheden niet zo nodig zelf goede bewapening nodig hebben, nee alles zal wel goed komen als er maar Airpower aanwezig is.. Dat die airpower vervolgens, te duur, op grote afstand, en zeer selectief beschikbaar zal zijn is iets wat veel “deskundigen” over het hoofd lijken te zien. Ieder krijgsmachtonderdeel heeft eigen capaciteiten beschikbaar om haar eigen veiligheid te versterken. Tezamen dienen die capaciteiten elkaar aan te vullen. In Dutchforce21 bekijk ik de systemen als een paraplu.

Paraplu
Een paraplu heeft alle onderdelen nodig om te kunnen functioneren. Als er tussen sommige ribben geen stof zit, dan is de hele paraplu uit balans, en functioneert feitelijk niet. Het stof houd de ribben in vorm en zorgt tegelijkertijd voor het functioneren van de paraplu: Droog blijven!

Zo kun je ook de Defensie organisatie bekijken. De afgelopen jaren zijn er een aantal eenheden/systemen wegbezuinigd waardoor er gaten in de paraplu zijn gevallen. Die gaten poogt men op te vangen door er een grote plastic zak overheen te spannen met de opdruk Airpower. De ribben blijven echter uit verhouding omdat die niet binnen de paraplu bevestigd is maar er overheen gespannen. Men weet ook niet wanneer die zak er wel of niet is, of dat die wegwaait, omdat de brandstof of munitie op is. Dutchforce21 bekijkt de gehele organisatie in het functioneren als paraplu. Het moet in verhouding zijn, het moet elkaar aanvullen en het moet exploiteerbaar zijn.

Commando Landstrijdkrachten
Omdat het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) geen verantwoordelijkheid meer zal hebben voor de directe aansturing van eenheden is de taak beperkt tot het beheer en trainen van de op te werken eenheden. Kort gezegd is de Commandant- CLAS verantwoordelijk voor het gereedstellen van goed getrainde en uitgeruste eenheden die in nationaal en internationaal verband hun taken kunnen uitvoeren.

Functionele Groepen
Bataljons en zelfstandige compagnieën zijn de bouwblokken waaruit gevechtsgroepen en brigades samengesteld kunnen worden. Om de coördinatie, beheer en opbouw van deze eenheden beter te kunnen begeleiden worden er “administratieve” functioneel georiënteerde groepen opgericht.

 

GOE C3I4
De commandovoering en communicatie eenheden zijn geclusterd in de Groep Operationele eenheden C3I4. Dit betreffen het 1e D/NL Rapid Reaction Force hoofdkwartier en aanverwante binationale support eenheden alsmede twee brigade hoofdkwartieren, CIS, communicatie, EW, MP, NBC etc .

Groep Operationele Eenheden Mariniers
DutchForce21 versterkt de expeditionaire capaciteiten van de krijgsmacht en versterkt tegelijkertijd ook de nationale territoriale integriteit van het Koninkrijk der Nederlanden. De keuze om het Korps Mariniers en de eenheden van de Luchtmobiele Brigade te integreren in één Groep Operationele Eenheden Mariniers (GOEM) als onderdeel van het CLAS is zeer drastisch maar ook consequent. Deze keuze gaat in tegen het huidige plan om de Mariniers te distantiëren van de Landstrijdkrachten. Men heeft er zelfs voor gekozen om een nieuwe organisatiestructuur te bedenken die totaal anders is dan die van andere manoeuvre eenheden. De geïsoleerde kazerne in Vlissingen hebben we het dan nog niet eens over.  De reorganisatie van de Mariniersbataljons (pag7) kan functioneel een goede zijn, maar het doet de integratie en daardoor het voortzettingsvermogen van de manoeuvrebataljons geen goed. In Dutchforce21 kies ik voor integratie van de mariniersbataljons binnen de CLAS. Deze keuze vergroot het voortzettingsvermogen van de lichte infanterie eenheden en vergemakkelijkt de operationele integratie en trainingsbehoeften. Er is behoefte aan vier Mariniersbataljons en één paracommando bataljon. Het paracommando bataljon is speciaal bedoeld voor kortdurende snelle interventieoperaties (binnen 48uur) met één Rapid Reaction Element (1 para compagnie) Deze eenheden kunnen zoals gezegd zeer snel worden ingezet over grote afstanden. Daarvoor dient het CLSK de beschikking te krijgen over voldoende transport en tanker capaciteit. Deze luchttransport kan natuurlijk ook worden ondergebracht bij het EATC.  De samenwerking met de huidige internationale partners, bijvoorbeeld het UK/NL LF, Duitse 1 Luftlande Brigade dient behouden en versterkt te worden.

GOE GEMINF
Naast de GOEM is er ook een Groep Operationele Eenheden Gemechaniseerde Infanterie (GOE GEMINF) Die bestaat uit vier gemechaniseerde infanterie bataljons uitgerust met CV90 Infanterie gevechtsvoertuigen en diverse ondersteunende middelen. Alle expeditionaire landeenheden hebben tijdens operaties ondersteuning nodig.

Combat Support & Combat Service Support
Deze ondersteuning is gegroepeerd in de Combat Support Groep (CSGP) en de Combat Service Support Groep (CSSGP). Onder de CSGP vallen alle Cavalerie, Artillerie, Luchtdoelartillerie en Genie eenheden. Onder de CSSGP vallen alle geneeskundige, logistieke, administratieve en materieel diensten eenheden die nodig zijn voor operationele inzet. Deze eenheden zullen op maat gemaakte CSS taskforces kunnen samenstellen naar gelang de behoefte van de operationele commandant.  Binnen deze groep zal er ook een speciaal transport coördinatie cel worden ingericht die verantwoordelijk zal worden voor alle Lucht- land en zee transporten die nodig zijn om de operationele eenheden te ondersteunen.

De basis van het plan Dutchforce21 is dat te allen tijde onderstaande eenheden beschikbaar zijn. Er van uitgaand dat dit in een vierslag mogelijk is.

Rapid Reaction eenheden     

Plaats een reactie